Programma 2023 Deel 2

Jouw waterschap: het HOOGHEEMRAADSCHAP VAN RIJNLAND Jouw waterschap werkt aan…droge voeten …ruimte voor water …voldoend water en water voor later …betaalbaar en dienstbaar water

Deel 2 : Jouw waterschap werkt aan… droge voeten

Waterschappen hebben de plicht om mensen te beschermen tegen water. De zeespiegel stijgt en vormt een gevaar voor ons land dat voor 60% onder zeeniveau ligt. Wateroverlast komt niet meer alleen van rivieren en de zee maar ook van ‘boven’. Er valt meer regen, dat ongelijkmatiger over het jaar verspreid is: natte zomers of winters, langere perioden van droogte en intensieve hoosbuien. Water dat langer in de straten blijft staan omdat riolen en waterafvoer de hoeveelheid water niet kunnen verwerken, kan leiden tot gevaarlijke situaties en schade. De belangrijkste taak voor waterschappen blijft te zorgen dat we veilig blijven voor water; droge voeten zijn primaire levensbehoeften om te kunnen wonen, werken en recreëren in ons land.

 

 

*Er moet voldoende geld zijn om Nederland te beschermen tegen zeespiegelstijging. De Waterschappen moeten voldoende middelen krijgen om ‘droge voeten’ te garanderen via het Hoogwaterbeschermingsprogramma. Het Deltafonds zal jaarlijks verlengd moeten worden.

 

*Waterschappen spannen zich in om doelgericht en innovatief de dijken te versterken waar nodig is.

 

*Het creëren van waterberging is noodzakelijk om intensieve hoosbuien op te kunnen vangen. Het waterschap doet dit in samenwerking met provincies, gemeenten, inwoners, boeren en bedrijven.

 

*Voor elk gebied in Nederland is maatwerk nodig. Doel is om met inwoners en andere belanghebbenden tot een gedragen oplossing te komen.

 

*Dijkversterkingsprojecten bieden kansen voor toerisme, recreatie, natuur, energie en de regionale economie.

 

*Exoten zoals de rivierkreeft kunnen de veiligheid bedreigen door de schade aan oevers die zij veroorzaken. Daarom moeten ze worden aangepakt. Hiervoor is verandering van landelijke wetgeving noodzakelijk. Waterschappen werken samen met de landelijke overheid en de provincie om wetgeving aan te passen. Daarnaast worden uitgangspunten geformuleerd om te bepalen wanneer een diersoort een lust is en wanneer het een last wordt.